Het decreet basisbereikbaarheid deelt sinds 2018 het openbaar vervoernetwerk in Vlaanderen op in vier complementaire vervoerslagen. Terwijl het treinnet en het kernnet respectievelijk federale en Vlaamse bevoegdheden zijn, worden de vijftien vervoerregio’s verantwoordelijk voor het aanvullend net en het vervoer op maat in hun regio. Naast het regionaal mobiliteitsplan met een vooruitblik naar 2030, maakten de verschillende vervoerregio’s dan ook een openbaar vervoersplan op dat in de loop van 2020 werd goedgekeurd. Dit plan voorziet een reorganisatie van het openbaar vervoer op korte termijn en de uitrol van de nieuwe vervoerslaag van het vervoer op maat.

 

Voor de opmaak van dit openbaar vervoersplan op korte termijn, dat in januari 2022 zal worden uitgerold, konden zeven vervoerregio’s (Aalst, Waasland, Vlaamse Ardennen, Midwest, Westhoek, Oostende, Brugge) rekenen op de inhoudelijke expertise van het consortium atelier\demitro2, bestaande uit MINT, Traject, Tractebel, Deloitte en O2. We ondersteunden MOW en De Lijn bij de opmaak en uitrol van het aanvullend net. We werkten een aantal innovatieve concepten rond Vervoer op Maat uit, zoals het flexvervoer, deelfietsen en deelwagens. Dit deden we op basis van een analyse van de noden in de regio en de ‘gaps’ die niet worden opgevuld door de hogere vervoerslagen van het regulier vervoer.