In het kader van het strategisch meerjareninvesteringsplan van NMBS en Infrabel schoof het Vlaams Gewest enkele prioritaire spoorprojecten naar voor.
Enkele voorbeelden:
- De overheid onderzoekt de mogelijkheid om spoorlijn 52 (Antwerpen – Puurs) door te trekken naar Dendermonde en via de heropening van spoorlijn 57 verder te laten lopen naar Aalst.
- Voor spoorlijn 58 (Gent – Eeklo) bekijkt men hoe men de frequentie kan verdubbelen en de lijn kan verlengen tot Maldegem.
- Voor spoorlijn 59 tussen Antwerpen en Gent bestuderen experts hoe ze extra spoorcapaciteit kunnen realiseren. Doel is een ruimer en transparanter treinaanbod dat beter inspeelt op de toenemende vraag naar goederenvervoer per spoor.
Om de haalbaarheid van deze projecten te beoordelen, voert men een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) uit. Die analyse weegt de infrastructuur- en exploitatiekosten af tegen de verwachte inkomsten en de bredere maatschappelijke impact. MINT kreeg daarbij de opdracht om de uiteindelijke dienstregelingen door te rekenen met behulp van geavanceerde verkeersmodellen.
De strategische verkeersmodellen die MINT in opdracht van de Vlaamse Overheid ontwikkelt en toepast, spelen een cruciale rol. Deze multimodale modellen helpen ons niet alleen het potentieel van elk spoorproject in te schatten, maar maken het ook mogelijk om de verschuivingen in reizigersstromen – zowel van andere vervoersmiddelen naar de trein als binnen het bestaande treinverkeer – nauwkeurig in kaart te brengen. Zo dragen we bij aan de modal shift richting duurzamer openbaar vervoer en een efficiënter spoornetwerk voor de toekomst.