Campus Ardoyen (‘technologiepark’) in Zwijnaarde huisvest zowel universiteitsgebouwen voor onderwijs en onderzoek als innovatieve technologiebedrijven. De UGent wil deze campus verder uitbreiden als ‘zuidcluster’: heel wat studenten, onderzoekers en andere medewerkers van de universiteit verhuizen op korte of langere termijn naar deze site. In de toekomst zorgt dit voor een sterke stijging van de verkeersstromen van, naar en op de campus. MINT werd bij het project betrokken om de verschillende interne mobiliteitsscenario’s tegenover elkaar af te wegen, rekening houdend met de geplande ontwikkelingen op en nabij de campus.

In samenspraak met de opdrachtgever stelden we een afwegingskader op om de interne mobiliteitsscenario’s onderling te vergelijken. We voegden aan de gegeven scenario’s ook enkele varianten toe op basis van eigen inzichten. Door de beperking van het parkeeraanbod op de site én de ambitie van de UGent om de campus vorm te geven als een echte fietscampus, komt de veiligheid van fietsers op de eerste plaats. Aangepaste fietsinfrastructuur staat dan ook bovenaan in de lijst van afwegingscriteria. Ook het beperken van conflicten tussen verkeersdeelnemers, de doorstroming van het openbaar vervoer en de impact op de verhardingsbalans komen aan bod.

Met behulp van gegevens over de huidige verkeersstromen, het fietsmodel van Gent en een inschatting van het toekomstige programma maakten we een kwantitatieve raming van het aantal fiets- en autobewegingen op de campus op horizon 2050. Op basis hiervan elimineerden we alle scenario’s zonder fietspaden op de hoofdassen van de campus: op de drukke wegsegmenten zijn er te veel auto’s en te veel fietsers om gemengd verkeer veilig te organiseren. Voor de drie andere afwegingscriteria maakten we een scoringstabel met de verschillende scenario’s, die richtinggevend zal zijn bij verdere beslissingen over het organiseren van de interne mobiliteit.

De inrichtingsplannen van de site bevinden zich nog in vroege planningsfase. De studie gaf aanleiding tot enkele algemene aandachtspunten en aanbevelingen voor verder onderzoek, die ook opgenomen zijn in het rapport.